Voeding

Wij voeren een tropen ,parkieten mengeling met wat postuur kanariezaad  , Paddy, rijst. Daarnaast droog opfokvoer excellent van Birdfood hier doen ze het prima op en de jongen komen goed groot.

Natuurlijke leefomgeving

Laaggelegen graslanden, open bossen met gras of struikgewas, boomsavanne, strandbossen, gecultiveerd land - rijstvelden, maïsvelden en suikerrietvelden en mangroven van Java en Bali, hoewel deze vogels nu op veel andere gebieden zijn geïntroduceerd.

In het wild is de rijstvink een vink van het open land die zeer sociaal is en zich kan vermengen met andere soorten zoals de anderen vink achtige. Ze bouwen nesten in gaten en dakranden van gebouwen, boomholtes of in struiken en bomen. Buiten het broedseizoen trekken koppels rijstvinken  samen op zoek naar voedsel, verzamelen zich in rijstvelden waar ze als een plaag worden beschouwd. Ze voeden zich met de grond of met groeiende vegetatie op graszaden, fruit, rijst, maïs en kleine insecten. In gevangenschap zijn ze vrolijk, hebben ze een lange levensduur en zijn ze dol op baden. Ze klonteren vaak samen op zitstokken

Speciale overwegingen

Deze vogels worden vermeld in CITES 2 de wildkleur en mutaties moeten geringd zijn en een administratie dient bijgehouden te worden. Gezien de aantallen die jaarlijks in Europa gekweekt worden wordt het hier en daar niet zo nou bijgehouden. Ze kunnen het best gehuisvest worden in groepen van hun eigen soort, maar kunnen worden gehuisvest met andere grote, zelfverzekerde vinken Wanneer ze worden ondergebracht in een kolonie, kunnen mannelijke rijstvogels  vechten, dus observeer de vogels. Ze hebben de neiging zich goed aan te passen aan het menselijke gezelschap en worden vaak als tamme huisdieren gehouden.

Hoewel ze geen rustplaatsen bouwen, kunnen rijstvinken  in gevangenschap een afgelegen nest van een andere vogel opeisen. Gewoonlijk zullen vogels in een groep echter samen kruipen om te rusten. Rijstvogels  hebben de neiging levende planten in hun nestkast te gebruiken. Behuizingen moeten tochtvrij zijn, droge vloeren hebben, toegang bieden tot natuurlijk zonlicht en voldoende warm blijven in koelere winters.

Rijstvogels zijn gevoelig voor overgewicht dus in kleine kooien huisvesten kan problemen geven . Om dit risico tot een minimum te beperken, voert u vogels buiten het broedseizoen een schraal dieet (met  het beperken van oliehoudende zaden) om bewegen te stimuleren plaats de zitstokken ver uit elkaar .

Rijstvogels zijn gevoelig voor darmparasieten waaronder coccidiose,  evenals luchtzakmijten. Als ze te kampen hebben met een tekort aan voedingsstoffen, kunnen rijstvogels een bleke snavel krijgen (mogelijk schilferige) of een bleke oogring ontwikkelen. De gezonde snavel is glanzend en heeft een rijke roze-rode kleur. Met passende zorg kunnen rijstvogels tot 10 jaar in gevangenschap overleven.

 

Rijstvogels zijn gehybridiseerd met: Zebravinken (, Japans meeuwen en andere soorten uit de Lonchura serie. dus zorg ervoor dat er geen kruisingen plaatsvinden als deze soorten samen worden gehouden. Door dat sommige kruisingen vruchtbaar zijn is er momenteel een behoorlijk scala aan mutaties voor handen.

 

Broedseizoen

In het wild kweken rijstvogels na het regenseizoen tot een einde komt aan het droge seizoen . Het fokken in de lente wordt aanbevolen

Normale rijstvogels nestelen in een boomholte.

Fok tips

Vogels van 1 tot 4 jaar zijn het best geschikt om mee te fokken en kunnen gefokt worden in kooien, vluchten of volières.  Ik gebruik broedkooien om selectief te kunnen fokken van 80 x 40 x 40

Als nestmateriaal wordt er in het bakje een laag hooi geplaats onder in het nest. Aangeboden wordt er kokosvezels. De rijstvogels bouwen zelf daarvan een nest.

geslachtsbepaling

Over het algemeen zijn deze vogels visueel moeilijk te onderscheiden, vooral wanneer ze niet in kweektoestand verkeren. Alleen de mannen  voeren een lied- en hebben een uitgebreid dans ritueel. De snavel van de man is iets korter en breder groter, meer bolvormig en  meestal dieper rood dan die van de pop en meestal kunnen de oogringen meer opgezwollen en dieper rood lijken. De wangplekken van de man  kunnen iets helderder wit zijn, Poppen hebben een wat langgerekte snavel . Eenmaal een geoefend oog zal men weinig fouten meer maken in onderscheid. Ook het gedrag is onderling te monitoren. Mannen zullen vaak elkaar niet in de buurt verdragen en een kwetter geluid maken. En elkaar verjagen. Mannen bouwen ook het nest.

Kweek hokken zijn 80 lang x 40diep en  x 35 hoog